Oorsprongen

Ik zag het levenslicht op 28 november 1965 in Gent, om kwart voor vier in de namiddag. Het was een zwaarbewolkte zondag met een koude noordoostenwind, volgens het weerbericht. Ik zou de oudste van vijf worden, maar dat wist niemand toen nog niet. Opgroeien deed ik in het landelijke Hansbeke, in het vlakke land tussen Gent en Brugge. De omgeving van mijn kindertijd vormt vaak het decor voor mijn eerste romans, net als de stad Gent, waar ik nu woon.

Ik had een gelukkige kindertijd, maar voelde me nooit erg thuis in de dwingende structuren van de school. De natuur en de kunst trokken me al heel vroeg aan. Ik wist al vroeg dat ik wilde schrijven en dat in de kunsten mijn roeping lag. Het bewaren en bewaken van mijn talent, daar was ik eigenlijk vooral mee bezig, in mijn schooltijd. Alles wat ik deed, lag altijd in functie van het schrijven, ook toen ik later naar de universiteit ging mezelf tot kunsthistoricus en oudheidkundige schoolde.

Het Museum Dr. Guislain

In 1991 ging ik aan het werk in het Gentse Museum Dr. Guislain voor de geschiedenis van de psychiatrie, toen een klein, beginnend museum. Ik hield van mijn werk, van de plek, van het samenwerken met mensen die aan soms ingrijpende mentale aandoeningen leden. Maar ik bleef schrijven. Daarom ook, werkte ik maar halftijds in het museum. Ik ben zeer gehecht aan de plek waar ik heb gewerkt en de filosofie waar het museum voor staat. Het heeft me nooit losgelaten.

Debutant

In 1998, tijdens de poëziezomer in Watou, overhandigde ik het manuscript van mijn roman Marcel  aan Wil Hansen, in die tijd redacteur bij Uitgeverij Meulenhoff. Men had in Nederland lucht gekregen van mijn bestaan en was op zoek naar nieuw talent. Een paar dagen later kreeg ik bericht: ‘We zijn uw boek hier met drie aan het lezen, en we zitten nog maar halfweg, maar zou u ons de eer willen gunnen uw debuut uit te geven?’  Marcel verscheen op 25 februari 1999 en werd een immens succes. Van de ene dag op de andere was mijn leven veranderd. Mijn eerste roman werd bekroond met de Vlaamse Debutantenprijs, de Nederlandse Debuutprijs, het Gouden Ezelsoor, De Gerard Walschapprijs, en de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.

Een jaar later ontving mijn eerste kortverhaal, Groeten uit Nieuwvliet, de Rabobank Lenteprijs voor Literatuur. En in 2002 werd mijn eerste dichtbundel, Vergeten Licht, gelauwerd met de Buddingh’prijs.

Godenslaap

Op 10 november 2009 kreeg mijn roman Godenslaap de Ako-literatuurprijs. Het boek werd geroemd als de eerste roman in onze literatuur die de impact van de Eerste Wereldoorlog in België evoceert. ‘Een homerisch epos waarin de Eerste Wereldoorlog mythische, universele allures krijgt,’ volgens de jury. In 2015 volgde de tweelingroman, De Spiegelingen en in 2018 verenigde de novelle De Brieven van Matthew het geheel tin de Boeken van de troost, een caleidoscopisch drieluik.

In 2010 vroeg het Vlaams Vredesinstituut me om de traditionele Elfnovemberlezing te geven, aan de vooravond van de herdenking van Wapenstilstand. Ik wist toen nog niet dat dit de aanzet zou worden van een jarenlange betrokkenheid met de nagedachtenis van de Eerste Wereldoorlog in ons land.

Kort daarop vroeg de Provincie West-Vlaanderen me een visienota te schrijven voor de artistieke herdenking honderd jaar na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Tegelijk vroeg men me ook curator te worden van het literaire luik van deze herdenking.

Gestameld Liedboek – het boek dat ik nooit had willen schrijven.

In 2011 verscheen Gestameld Liedboek. Moedergetijden, het werk waarin ik de laatste jaren van mijn moeder beschreef, die op haar zevenenvijftigste getroffen werd door de ziekte van Alzheimer. Het was een boek dat zich op me afdwong, een boek dat moest. Een beetje tot mijn verrassing geldt het nu samen met Marcel en Godenslaap als een van de hoogtepunten in mijn oeuvre tot nu toe, en een literair meesterstuk. Het boek kreeg, in de onovertroffen Franse vertaling door Marie Hooghe-Stassen, de prestigieuze Prix du Meilleur Livre Etranger. Het oogst lof zowel als een werk van grote literaire waarde als een rauw en realistisch beeld van de dilemma’s en emoties waarin zwaar dementen en hun dierbaren mee af te rekenen hebben.

Radio en Theater

Nog voor ik debuteerde schreef ik al theater en aanverwante teksten. Voor Studio Brussel, de jongerenzender van de Vrt, de publieke omroep, schreef ik in de jaren 1990 het kolderieke luisterspel ‘Cecile van Renterghem grijpt haar kans,’ ingelezen door actrice Emmy Leemans, en voor het seks- en relatieprogramma De Lieve Lust creëerde ik het personage van Sonja Duplex, waaraan Barbara Sarafian haar stem en talent verleende.

In 2015 ging dan een groot theaterstuk in première nadat Guy Cassiers van Toneelhuis Antwerpen me gevraagd had om een tekst te schrijven voor een groot ensemble, over de ontstaansgeschiedenis van en de controverse rond het monumentale beeldhouwwerk van Jef Lambeaux, De Menselijke Driften, Les Passions Humaines. Passions Humaines ging in april 2015 in première en oogstte groot succes. Ongeveer gelijktijdig vertolkte actrice Elsie de Brauw de rol van een oorlogsverpleegster die zwaar gehavend de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog in haar eigen lijf en psyche ondergaat, in mijn monoloog Verboden gebied. Vrouw in Niemandsland. En in 2020 vroeg opnieuw Guy Cassiers me om voor de Comédie Française Dostojevski’s Demonen voor theater te adapteren.

Sindsdien heeft de theatermicrobe me te pakken en hoop ik nog inniger de samenwerking met regisseurs, scenografen, dramaturgen en niet te vergeten acteurs te mogen verkennen.

Verdere poëzie

Na mijn poëziebuut in 2000, met Vergeten Licht, volgde in 2010 Voor de Stad en de Wereld, de gedichten tot dusver, een bundeling van al mijn poëtische werk vanaf mijn debuut. Verdere poëtische verkenningen kun je lezen in mijn meest recente bundel, Precieuze Mechanieken. Nieuwe gedichten, uit 2020. Ook nu blijft de Muze me geregeld bezoeken.

Schrijven over schrijven

Het schrijven blijft bij me gepaard gaan met overdenkingen over taal, bewustzijn, emotie en de kunst van het schrijven op zich. Mijn ‘lichtzinnige meditaties’, zoals ik ze noem laat ik her en der verschijnen, en werden een eerste maal gebundeld in Wat voorbij is begint pas. Ook hier zal mijn werk me tot verdere beschouwingen voeren.

Kunst in de Klas

Mijn eigen nogal onnavolgbare parcours door ons onderwijs heeft me altijd gevoelig gemaakt voor het belang van de verbeelding, die al te vaak over het hoofd wordt gezien. Mede daarom richtte ik met onder andere actrice Elsie de Brauw Kunst in de Klas België op. Kunst in de Klas wil kinderen in de basisschoolleeftijd kennis laten maken met de kracht van creativiteit door ze uit te nodigen (en uit te dagen) na te denken als een kunstenaar. Kunst in de Klas is daarnaast een stage-traject voor jonge kunstenaars en kunststudenten. Het samenwerken met kinderen is ook voor de kunstenaar zeer waardevol. De kinderfantasie is ongelooflijk rijk en daagt de kunstenaar uit zijn of haar beroep en maakproces in een nieuw licht te beschouwen.

En verder?

“Ik weet dat mijn gedachten duizenden jaren ouder zijn dan mezelf, en ook bewonen zij de toekomst, buiten mij om. En omgekeerd, in iedere gedachte die ik lees, hoe oud ze ook mag zijn, herhaalt zich het moment van inspiratie dat de onbekende schrijver moet ervaren hebben toen hij ze noteerde. Het gaat om een geheugen dat even warrig is als dat onder ons schedeldak. Er zitten gaten in. Het bevat schandelijkheden die we het liefste zouden vergeten of die we willen verdringen. Het is net zo onbetrouwbaar, kwetsbaar en daarom creatief als onze eigen memorie, maar er is geen enkele letter in te vinden die niet de regels herhaalt van Emily Dickinson: ‘Dit is mijn schrijven aan de wereld, die nooit eens schreef aan Mij.’”