Comédie Française herneemt 'Les Démons' (vanaf 6 mei 2024)

Vanaf mei volgend jaar herneemt de Comédie Française mijn bewerking van Dostojevski’s ‘Demonen’, na een eerste seizoen in 2021.

Dostojeveski verblijft in ballingschap wanneer hij begint met het schrijven van zijn pamfletachtige roman, nadat hij het Vredescongres in Genève in 1867 heeft bijgewoond. In 1869 wordt Rusland opgeschud door de moord op een opstandige student, beraamd door de revolutionaire activist Serge Netchaïev.

In al zijn theaterprojecten, met name zijn "Triptyque du pouvoir", dat in 2007 en 2008 werd gepresenteerd op het Festival van Avignon, richt Guy Cassiers zijn aandacht op de keerpunten in de Europese geschiedenis. Net als voor Albert Camus, die een van de vele bewerkers van de roman is, zijn deze bezeten personages geen "absurde wezens", maar "verscheurde of dode zielen, onbekwaam om lief te hebben en lijdend omdat ze dat niet kunnen, die willen geloven en niet kunnen geloven, die juist degenen zijn die vandaag de dag onze samenleving en onze geestelijke wereld bevolken."

Als meester in het combineren van videobeelden en acteertalent, ontwerpt de regisseur een innovatieve scenische opzet die het conflict tussen de generatie van de vaders - de salonrevolutionairen - en die van de jonge nihilisten laat resoneren, die gemanipuleerd worden ten gunste van radicale politieke acties. De Salle Richelieu wordt zo een echo-kamer van een maatschappij die wordt ondermijnd door mediamanipulatie en fanatisme. De acteurs bieden daarbij de constructie, in het volle zicht, van een kunstmatige wereld, gevoed door frivoliteit, voordat ze de vernietiging ervan in gang zetten.

Voor de adaptie van Dostojevski's roman doet Guy Cassiers beroep op schrijver Erwin Mortier, die eerder al samen met hem 'Passions Humaines' creëerde.

*

Dostoïevski est en exil quand il débute l’écriture de ce roman pamphlétaire, après avoir assisté au Congrès de la paix à Genève en 1867, alors qu’en 1869 la Russie est secouée par l’assassinat d’un étudiant insoumis fomenté par l’activiste révolutionnaire Serge Nétchaïev. Dans tous ses projets théâtraux, notamment son Triptyque du pouvoir, présenté au Festival d’Avignon en 2007 et 2008, Guy Cassiers porte attention aux points de rupture dans l’histoire européenne. Comme pour Albert Camus, qui compte parmi les nombreux adaptateurs du roman, ces personnages possédés ne sont pas « des créatures absurdes » mais « des âmes déchirées ou mortes, incapables d’aimer et souffrant de ne pouvoir le faire, voulant et ne pouvant croire, qui sont celles mêmes qui peuplent aujourd’hui notre société et notre monde spirituel. »

Maître dans l’alliage de l’image vidéo et du jeu d’acteur, le metteur en scène conçoit un dispositif scénique innovant à même de faire résonner le conflit entre la génération des pères – des révolutionnaires de salon – et celle des jeunes nihilistes – manipulés au profit d’actions politiques radicales. La Salle Richelieu devient ainsi une chambre d’écho, celle d’une société minée par la manipulation des médias et la fanatisation. Les acteurs y offrent la construction, à vue, d’un monde artificiel, nourri par la frivolité, avant de mettre en œuvre sa destruction.

Pour l'adaptation du roman de Dostoïevski, Guy Cassiers fait appel à l'écrivain Erwin Mortier, qui avait déjà collaboré avec lui sur ‘Passions Humaines’.

erwin mortier